NL.png conquesteren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • conquesteren

O.t.t. (Present)

  • conquesteerde
  • conquesteerde
  • conquesteerde
  • conquesteerde
  • conquesteerden
  • conquesteerden
  • conquesteerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal conquesteren
  • zult conquesteren
  • zal conquesteren
  • zult conquesteren
  • zult conquesteren
  • zullen conquesteren
  • zullen conquesteren

O.t.t.t. (Future)

  • had geconquesteerd
  • had geconquesteerd
  • had geconquesteerd
  • had geconquesteerd
  • hadden geconquesteerd
  • hadden geconquesteerd
  • hadden geconquesteerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb geconquesteerd
  • hebt geconquesteerd
  • heeft geconquesteerd
  • hebt geconquesteerd
  • hebben geconquesteerd
  • hebben geconquesteerd
  • hebben geconquesteerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal geconquesteerd hebben
  • zult geconquesteerd hebben
  • zal geconquesteerd hebben
  • zult geconquesteerd hebben
  • zult geconquesteerd hebben
  • zullen geconquesteerd hebben
  • zullen geconquesteerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou geconquesteerd hebben
  • zou geconquesteerd hebben
  • zou geconquesteerd hebben
  • zou geconquesteerd hebben
  • zouden geconquesteerd hebben
  • zouden geconquesteerd hebben
  • zouden geconquesteerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden geconquesteerd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden geconquesteerd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen geconquesteerd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden geconquesteerd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn geconquesteerd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was geconquesteerd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen geconquesteerd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden geconquesteerd zijn
  •