INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- confedereerde
- confedereerde
- confedereerde
- confedereerde
- confedereerden
- confedereerden
- confedereerden
O.v.t. (Past)
- zal confedereren
- zult confedereren
- zal confedereren
- zult confedereren
- zult confedereren
- zullen confedereren
- zullen confedereren
O.t.t.t. (Future)
- had geconfedereerd
- had geconfedereerd
- had geconfedereerd
- had geconfedereerd
- hadden geconfedereerd
- hadden geconfedereerd
- hadden geconfedereerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb geconfedereerd
- hebt geconfedereerd
- heeft geconfedereerd
- hebt geconfedereerd
- hebben geconfedereerd
- hebben geconfedereerd
- hebben geconfedereerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal geconfedereerd hebben
- zult geconfedereerd hebben
- zal geconfedereerd hebben
- zult geconfedereerd hebben
- zult geconfedereerd hebben
- zullen geconfedereerd hebben
- zullen geconfedereerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou geconfedereerd hebben
- zou geconfedereerd hebben
- zou geconfedereerd hebben
- zou geconfedereerd hebben
- zouden geconfedereerd hebben
- zouden geconfedereerd hebben
- zouden geconfedereerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen geconfedereerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden geconfedereerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zullen geconfedereerd zijn
-
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zouden geconfedereerd zijn
-