INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- condoleerde
- condoleerde
- condoleerde
- condoleerde
- condoleerden
- condoleerden
- condoleerden
O.v.t. (Past)
- zal condoleren
- zult condoleren
- zal condoleren
- zult condoleren
- zult condoleren
- zullen condoleren
- zullen condoleren
O.t.t.t. (Future)
- had gecondoleerd
- had gecondoleerd
- had gecondoleerd
- had gecondoleerd
- hadden gecondoleerd
- hadden gecondoleerd
- hadden gecondoleerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gecondoleerd
- hebt gecondoleerd
- heeft gecondoleerd
- hebt gecondoleerd
- hebben gecondoleerd
- hebben gecondoleerd
- hebben gecondoleerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gecondoleerd hebben
- zult gecondoleerd hebben
- zal gecondoleerd hebben
- zult gecondoleerd hebben
- zult gecondoleerd hebben
- zullen gecondoleerd hebben
- zullen gecondoleerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gecondoleerd hebben
- zou gecondoleerd hebben
- zou gecondoleerd hebben
- zou gecondoleerd hebben
- zouden gecondoleerd hebben
- zouden gecondoleerd hebben
- zouden gecondoleerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gecondoleerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gecondoleerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)