INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- concerteerde
- concerteerde
- concerteerde
- concerteerde
- concerteerden
- concerteerden
- concerteerden
O.v.t. (Past)
- zal concerteren
- zult concerteren
- zal concerteren
- zult concerteren
- zult concerteren
- zullen concerteren
- zullen concerteren
O.t.t.t. (Future)
- had geconcerteerd
- had geconcerteerd
- had geconcerteerd
- had geconcerteerd
- hadden geconcerteerd
- hadden geconcerteerd
- hadden geconcerteerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb geconcerteerd
- hebt geconcerteerd
- heeft geconcerteerd
- hebt geconcerteerd
- hebben geconcerteerd
- hebben geconcerteerd
- hebben geconcerteerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal geconcerteerd hebben
- zult geconcerteerd hebben
- zal geconcerteerd hebben
- zult geconcerteerd hebben
- zult geconcerteerd hebben
- zullen geconcerteerd hebben
- zullen geconcerteerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou geconcerteerd hebben
- zou geconcerteerd hebben
- zou geconcerteerd hebben
- zou geconcerteerd hebben
- zouden geconcerteerd hebben
- zouden geconcerteerd hebben
- zouden geconcerteerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)