NL.png complimenteren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • complimenteren

O.t.t. (Present)

  • complimenteerde
  • complimenteerde
  • complimenteerde
  • complimenteerde
  • complimenteerden
  • complimenteerden
  • complimenteerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal complimenteren
  • zult complimenteren
  • zal complimenteren
  • zult complimenteren
  • zult complimenteren
  • zullen complimenteren
  • zullen complimenteren

O.t.t.t. (Future)

  • had gecomplimenteerd
  • had gecomplimenteerd
  • had gecomplimenteerd
  • had gecomplimenteerd
  • hadden gecomplimenteerd
  • hadden gecomplimenteerd
  • hadden gecomplimenteerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb gecomplimenteerd
  • hebt gecomplimenteerd
  • heeft gecomplimenteerd
  • hebt gecomplimenteerd
  • hebben gecomplimenteerd
  • hebben gecomplimenteerd
  • hebben gecomplimenteerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal gecomplimenteerd hebben
  • zult gecomplimenteerd hebben
  • zal gecomplimenteerd hebben
  • zult gecomplimenteerd hebben
  • zult gecomplimenteerd hebben
  • zullen gecomplimenteerd hebben
  • zullen gecomplimenteerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou gecomplimenteerd hebben
  • zou gecomplimenteerd hebben
  • zou gecomplimenteerd hebben
  • zou gecomplimenteerd hebben
  • zouden gecomplimenteerd hebben
  • zouden gecomplimenteerd hebben
  • zouden gecomplimenteerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden gecomplimenteerd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden gecomplimenteerd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen gecomplimenteerd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden gecomplimenteerd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn gecomplimenteerd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was gecomplimenteerd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen gecomplimenteerd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden gecomplimenteerd zijn
  •