INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- compartimenteerde
- compartimenteerde
- compartimenteerde
- compartimenteerde
- compartimenteerden
- compartimenteerden
- compartimenteerden
O.v.t. (Past)
- zal compartimenteren
- zult compartimenteren
- zal compartimenteren
- zult compartimenteren
- zult compartimenteren
- zullen compartimenteren
- zullen compartimenteren
O.t.t.t. (Future)
- had gecompartimenteerd
- had gecompartimenteerd
- had gecompartimenteerd
- had gecompartimenteerd
- hadden gecompartimenteerd
- hadden gecompartimenteerd
- hadden gecompartimenteerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gecompartimenteerd
- hebt gecompartimenteerd
- heeft gecompartimenteerd
- hebt gecompartimenteerd
- hebben gecompartimenteerd
- hebben gecompartimenteerd
- hebben gecompartimenteerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gecompartimenteerd hebben
- zult gecompartimenteerd hebben
- zal gecompartimenteerd hebben
- zult gecompartimenteerd hebben
- zult gecompartimenteerd hebben
- zullen gecompartimenteerd hebben
- zullen gecompartimenteerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gecompartimenteerd hebben
- zou gecompartimenteerd hebben
- zou gecompartimenteerd hebben
- zou gecompartimenteerd hebben
- zouden gecompartimenteerd hebben
- zouden gecompartimenteerd hebben
- zouden gecompartimenteerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t. (Present)
- worden gecompartimenteerd
-
O.v.t. (Past)
- worden gecompartimenteerd
-
O.t.t.t. (Future)
- zullen gecompartimenteerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gecompartimenteerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zullen gecompartimenteerd zijn
-
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zouden gecompartimenteerd zijn
-