INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

• commiteren

O.t.t. (Present)

• commiteerde
• commiteerde
• commiteerde
• commiteerde
• commiteerden
• commiteerden
• commiteerden

O.v.t. (Past)

• zal commiteren
• zult commiteren
• zal commiteren
• zult commiteren
• zult commiteren
• zullen commiteren
• zullen commiteren

O.t.t.t. (Future)

• had gecommiteerd
• had gecommiteerd
• had gecommiteerd
• had gecommiteerd
• hadden gecommiteerd
• hadden gecommiteerd
• hadden gecommiteerd

O.v.t.t. (Condicional)

• heb gecommiteerd
• hebt gecommiteerd
• heeft gecommiteerd
• hebt gecommiteerd
• hebben gecommiteerd
• hebben gecommiteerd
• hebben gecommiteerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

• zal gecommiteerd hebben
• zult gecommiteerd hebben
• zal gecommiteerd hebben
• zult gecommiteerd hebben
• zult gecommiteerd hebben
• zullen gecommiteerd hebben
• zullen gecommiteerd hebben

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

• zou gecommiteerd hebben
• zou gecommiteerd hebben
• zou gecommiteerd hebben
• zou gecommiteerd hebben
• zouden gecommiteerd hebben
• zouden gecommiteerd hebben
• zouden gecommiteerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

• worden gecommiteerd
•  

O.v.t. (Past)

• worden gecommiteerd
•  

O.t.t.t. (Future)

• zullen gecommiteerd worden
•  

O.v.t.t. (Condicional)

• zouden gecommiteerd worden
•  

V.t.t. (Present Perfect)

• zijn gecommiteerd
•  

V.v.t. (Past Perfect)

• was gecommiteerd
•  

V.t.t.t. (Future Perfect)

• zullen gecommiteerd zijn
•  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

• zouden gecommiteerd zijn
•