INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- commandeerde
- commandeerde
- commandeerde
- commandeerde
- commandeerden
- commandeerden
- commandeerden
O.v.t. (Past)
- zal commanderen
- zult commanderen
- zal commanderen
- zult commanderen
- zult commanderen
- zullen commanderen
- zullen commanderen
O.t.t.t. (Future)
- had gecommandeerd
- had gecommandeerd
- had gecommandeerd
- had gecommandeerd
- hadden gecommandeerd
- hadden gecommandeerd
- hadden gecommandeerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gecommandeerd
- hebt gecommandeerd
- heeft gecommandeerd
- hebt gecommandeerd
- hebben gecommandeerd
- hebben gecommandeerd
- hebben gecommandeerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gecommandeerd hebben
- zult gecommandeerd hebben
- zal gecommandeerd hebben
- zult gecommandeerd hebben
- zult gecommandeerd hebben
- zullen gecommandeerd hebben
- zullen gecommandeerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gecommandeerd hebben
- zou gecommandeerd hebben
- zou gecommandeerd hebben
- zou gecommandeerd hebben
- zouden gecommandeerd hebben
- zouden gecommandeerd hebben
- zouden gecommandeerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gecommandeerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gecommandeerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zullen gecommandeerd zijn
-
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zouden gecommandeerd zijn
-