INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- censeerde
- censeerde
- censeerde
- censeerde
- censeerden
- censeerden
- censeerden
O.v.t. (Past)
- zal censeren
- zult censeren
- zal censeren
- zult censeren
- zult censeren
- zullen censeren
- zullen censeren
O.t.t.t. (Future)
- had gecenseerd
- had gecenseerd
- had gecenseerd
- had gecenseerd
- hadden gecenseerd
- hadden gecenseerd
- hadden gecenseerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gecenseerd
- hebt gecenseerd
- heeft gecenseerd
- hebt gecenseerd
- hebben gecenseerd
- hebben gecenseerd
- hebben gecenseerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gecensereerd hebben
- zult gecensereerd hebben
- zal gecensereerd hebben
- zult gecensereerd hebben
- zult gecensereerd hebben
- zullen gecensereerd hebben
- zullen gecenseerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gecensereerd hebben
- zou gecensereerd hebben
- zou gecenseerd hebben
- zou gecensereerd hebben
- zouden gecensereerd hebben
- zouden gecensereerd hebben
- zouden gecenseerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)