INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- caveerde
- caveerde
- caveerde
- caveerde
- caveerden
- caveerden
- caveerden
O.v.t. (Past)
- zal caveren
- zult caveren
- zal caveren
- zult caveren
- zult caveren
- zullen caveren
- zullen caveren
O.t.t.t. (Future)
- had gecaveerd
- had gecaveerd
- had gecaveerd
- had gecaveerd
- hadden gecaveerd
- hadden gecaveerd
- hadden gecaveerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gecaveerd
- hebt gecaveerd
- heeft gecaveerd
- hebt gecaveerd
- hebben gecaveerd
- hebben gecaveerd
- hebben gecaveerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gecaveerd hebben
- zult gecaveerd hebben
- zal gecaveerd hebben
- zult gecaveerd hebben
- zult gecaveerd hebben
- zullen gecaveerd hebben
- zullen gecaveerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gecaveerd hebben
- zou gecaveerd hebben
- zou gecaveerd hebben
- zou gecaveerd hebben
- zouden gecaveerd hebben
- zouden gecaveerd hebben
- zouden gecaveerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)