INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

• caresseren

O.t.t. (Present)

• caresseerde
• caresseerde
• caresseerde
• caresseerde
• caresseerden
• caresseerden
• caresseerden

O.v.t. (Past)

• zal caresseren
• zult caresseren
• zal caresseren
• zult caresseren
• zult caresseren
• zullen caresseren
• zullen caresseren

O.t.t.t. (Future)

• had gecaresseerd
• had gecaresseerd
• had gecaresseerd
• had gecaresseerd
• hadden gecaresseerd
• hadden gecaresseerd
• hadden gecaresseerd

O.v.t.t. (Condicional)

• heb gecaresseerd
• hebt gecaresseerd
• heeft gecaresseerd
• hebt gecaresseerd
• hebben gecaresseerd
• hebben gecaresseerd
• hebben gecaresseerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

• zal gecaresseerd hebben
• zult gecaresseerd hebben
• zal gecaresseerd hebben
• zult gecaresseerd hebben
• zult gecaresseerd hebben
• zullen gecaresseerd hebben
• zullen gecaresseerd hebben

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

• zou gecaresseerd hebben
• zou gecaresseerd hebben
• zou gecaresseerd hebben
• zou gecaresseerd hebben
• zouden gecaresseerd hebben
• zouden gecaresseerd hebben
• zouden gecaresseerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

• worden gecaresseerd
•  

O.v.t. (Past)

• worden gecaresseerd
•  

O.t.t.t. (Future)

• zullen gecaresseerd worden
•  

O.v.t.t. (Condicional)

• zouden gecaresseerd worden
•  

V.t.t. (Present Perfect)

• zijn gecaresseerd
•  

V.v.t. (Past Perfect)

• was gecaresseerd
•  

V.t.t.t. (Future Perfect)

• zullen gecaresseerd zijn
•  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

• zouden gecaresseerd zijn
•