INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- carboniseerde
- carboniseerde
- carboniseerde
- carboniseerde
- carboniseerden
- carboniseerden
- carboniseerden
O.v.t. (Past)
- zal carboniseren
- zult carboniseren
- zal carboniseren
- zult carboniseren
- zult carboniseren
- zullen carboniseren
- zullen carboniseren
O.t.t.t. (Future)
- had gecarboniseerd
- had gecarboniseerd
- had gecarboniseerd
- had gecarboniseerd
- hadden gecarboniseerd
- hadden gecarboniseerd
- hadden gecarboniseerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gecarboniseerd
- hebt gecarboniseerd
- heeft gecarboniseerd
- hebt gecarboniseerd
- hebben gecarboniseerd
- hebben gecarboniseerd
- hebben gecarboniseerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gecarboniseerd hebben
- zult gecarboniseerd hebben
- zal gecarboniseerd hebben
- zult gecarboniseerd hebben
- zult gecarboniseerd hebben
- zullen gecarboniseerd hebben
- zullen gecarboniseerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gecarboniseerd hebben
- zou gecarboniseerd hebben
- zou gecarboniseerd hebben
- zou gecarboniseerd hebben
- zouden gecarboniseerd hebben
- zouden gecarboniseerd hebben
- zouden gecarboniseerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gecarboniseerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gecarboniseerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zullen gecarboniseerd zijn
-
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zouden gecarboniseerd zijn
-