INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- capitonneerde
- capitonneerde
- capitonneerde
- capitonneerde
- capitonneerden
- capitonneerden
- capitonneerden
O.v.t. (Past)
- zal capitonneren
- zult capitonneren
- zal capitonneren
- zult capitonneren
- zult capitonneren
- zullen capitonneren
- zullen capitonneren
O.t.t.t. (Future)
- had gecapitonneerd
- had gecapitonneerd
- had gecapitonneerd
- had gecapitonneerd
- hadden gecapitonneerd
- hadden gecapitonneerd
- hadden gecapitonneerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gecapitonneerd
- hebt gecapitonneer
- heeft gecapitonneerd
- hebt gecapitonneerd
- hebben gecapitonneerd
- hebben gecapitonneerd
- hebben gecapitonneerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gecapitonneerd hebben
- zult gecapitonneerd hebben
- zal gecapitonneerd hebben
- zult gecapitonneerd hebben
- zult gecapitonneerd hebben
- zullen gecapitonneerd hebben
- zullen gecapitonneerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gecapitonneerd hebben
- zou gecapitonneerd hebben
- zou gecapitonneerd hebben
- zou gecapitonneerd hebben
- zouden gecapitonneerd hebben
- zouden gecapitonneerd hebben
- zouden gecapitonneerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gecapitonneerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gecapitonneerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zullen gecapitonneerd zijn
-
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zouden gecapitonneerd zijn
-