NL.png achterovervallen

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • achterovervallen

O.t.t. (Present)

  • viel achterover
  • viel achterover
  • viel achterover
  • viel achterover
  • vielen achterover
  • vielen achterover
  • vielen achterover
 

O.v.t. (Past)

  • zal achterovervallen
  • zult achterovervallen
  • zal achterovervallen
  • zult achterovervallen
  • zult achterovervallen
  • zullen achterovervallen
  • zullen achterovervallen

O.t.t.t. (Future)

  • was achterovergevallen
  • was achterovergevallen
  • was achterovergevallen
  • was achterovergevallen
  • waren achterovergevallen
  • waren achterovergevallen
  • waren achterovergevallen
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • ben achterovergevallen
  • bent achterovergevallen
  • is achterovergevallen
  • bent achterovergevallen
  • zijn achterovergevallen
  • zijn achterovergevallen
  • zijn achterovergevallen

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal achterovergevallen zijn
  • zult achterovergevallen zijn
  • zal achterovergevallen zijn
  • zult achterovergevallen zijn
  • zult achterovergevallen zijn
  • zullen achterovergevallen zijn
  • zullen achterovergevallen zijn
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou achterovergevallen zijn
  • zou achterovergevallen zijn
  • zou achterovergevallen zijn
  • zou achterovergevallen zijn
  • zouden achterovergevallen zijn
  • zouden achterovergevallen zijn
  • zouden achterovergevallen zijn

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • *
  •  

O.v.t. (Past)

  • *
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • *
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • *
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • *
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • *
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • *
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • *
  •