INDICATIVE ACTIVE
Infinitive
- aanzouten
O.t.t. (Present)
- *
- *
- zoutte aan
- *
- *
- *
- zoutten aan
O.v.t. (Past)
- *
- *
- zal aanzouten
- *
- *
- *
- zullen aanzouten
O.t.t.t. (Future)
- *
- was aangezout
- was aangezout
- *
- *
- *
- waren aangezout
O.v.t.t. (Condicional)
- *
- *
- is aangezout
- *
- *
- *
- zijn aangezout
V.t.t.t. (Future Perfect)
- *
- *
- zal aangezout zijn
- *
- *
- *
- zullen aangezout zijn
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- *
- *
- zou aangezout zijn
- *
- *
- *
- zouden aangezout zijn
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t. (Present)
- *
O.v.t. (Past)
- *
O.t.t.t. (Future)
- *
O.v.t.t. (Condicional)
- *
V.t.t. (Present Perfect)
- *
V.v.t. (Past Perfect)
- *
V.t.t.t. (Future Perfect)
- *
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- *