INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- verdiende aan
- verdiende aan
- verdiende aan
- verdiende aan
- verdienden aan
- verdienden aan
- verdienden aan
O.v.t. (Past)
- zal aanverdienen
- zult aanverdienen
- zal aanverdienen
- zult aanverdienen
- zult aanverdienen
- zullen aanverdienen
- zullen aanverdienen
O.t.t.t. (Future)
- had aanverdiend
- had aanverdiend
- had aanverdiend
- had aanverdiend
- hadden aanverdiend
- hadden aanverdiend
- hadden aanverdiend
O.v.t.t. (Condicional)
- heb aanverdiend
- hebt aanverdiend
- heeft aanverdiend
- hebt aanverdiend
- hebben aanverdiend
- hebben aanverdiend
- hebben aanverdiend
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal aanverdiend hebben
- zult aanverdiend hebben
- zal aanverdiend hebben
- zult aanverdiend hebben
- zult aanverdiend hebben
- zullen aanverdiend hebben
- zullen aanverdiend hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou aanverdiend hebben
- zou aanverdiend hebben
- zou aanverdiend hebben
- zou aanverdiend hebben
- zouden aanverdiend hebben
- zouden aanverdiend hebben
- zouden aanverdiend hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen aanverdiend worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden aanverdiend worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)