INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- steeg aan
- steeg aan
- steeg aan
- steeg aan
- stegen aan
- stegen aan
- stegen aan
O.v.t. (Past)
- zal aanstijgen
- zult aanstijgen
- zal aanstijgen
- zult aanstijgen
- zult aanstijgen
- zullen aanstijgen
- zullen aanstijgen
O.t.t.t. (Future)
- was aangestegen
- was aangestegen
- was aangestegen
- was aangestegen
- waren aangestegen
- waren aangestegen
- waren aangestegen
O.v.t.t. (Condicional)
- ben aangestegen
- bent aangestegen
- is aangestegen
- bent aangestegen
- zijn aangestegen
- zijn aangestegen
- zijn aangestegen
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal aangestegen zijn
- zult aangestegen zijn
- zal aangestegen zijn
- zult aangestegen zijn
- zult aangestegen zijn
- zullen aangestegen zijn
- zullen aangestegen zijn
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou aangestegen zijn
- zou aangestegen zijn
- zou aangestegen zijn
- zou aangestegen zijn
- zouden aangestegen zijn
- zouden aangestegen zijn
- zouden aangestegen zijn
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)