INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- soldeerde aan
- soldeerde aan
- soldeerde aan
- soldeerde aan
- soldeerden aan
- soldeerden aan
- soldeerden aan
O.v.t. (Past)
- zal aansolderen
- zult aansolderen
- zal aansolderen
- zult aansolderen
- zult aansolderen
- zullen aansolderen
- zullen aansolderen
O.t.t.t. (Future)
- had aangesoldeerd
- had aangesoldeerd
- had aangesoldeerd
- had aangesoldeerd
- hadden aangesoldeerd
- hadden aangesoldeerd
- hadden aangesoldeerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb aangesoldeerd
- hebt aangesoldeerd
- heeft aangesoldeerd
- hebt aangesoldeerd
- hebben aangeesoldeerd
- hebben aangeesoldeerd
- hebben aangesoldeerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal aangesoldeerd hebben
- zult aangesoldeerd hebben
- zal aangesoldeerd hebben
- zult aangesoldeerd hebben
- zult aangesoldeerd hebben
- zullen aangesoldeerd hebben
- zullen aangesoldeerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou aangesoldeerd hebben
- zou aangesoldeerd hebben
- zou aangesoldeerd hebben
- zou aangesoldeerd hebben
- zouden aangesoldeerd hebben
- zouden aangesoldeerd hebben
- zouden aangesoldeerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen aangesoldeerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden aangesoldeerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zullen aangesoldeerd zijn
-
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zouden aangesoldeerd zijn
-