NL.png aanmelden

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • aanmelden

O.t.t. (Present)

  • meldde aan
  • meldde aan
  • meldde aan
  • meldde aan
  • meldden aan
  • meldden aan
  • meldden aan
 

O.v.t. (Past)

  • zal aanmelden
  • zult aanmelden
  • zal aanmelden
  • zult aanmelden
  • zult aanmelden
  • zullen aanmelden
  • zullen aanmelden

O.t.t.t. (Future)

  • had aangemeld
  • had aangemeld
  • had aangemeld
  • had aangemeld
  • hadden aangemeld
  • hadden aangemeld
  • hadden aangemeld
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb aangemeld
  • hebt aangemeld
  • heeft aangemeld
  • hebt aangemeld
  • hebben aangemeld
  • hebben aangemeld
  • hebben aangemeld

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal aangemeld hebben
  • zult aangemeld hebben
  • zal aangemeld hebben
  • zult aangemeld hebben
  • zult aangemeld hebben
  • zullen aangemeld hebben
  • zullen aangemeld hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou aangemeld hebben
  • zou aangemeld hebben
  • zou aangemeld hebben
  • zou aangemeld hebben
  • zouden aangemeld hebben
  • zouden aangemeld hebben
  • zouden aangemeld hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden aangemeld
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden aangemeld
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen aangemeld worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden aangemeld worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn aangemeld
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was aangemeld
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen aangemeld zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden aangemeld zijn
  •