INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- liet aan
- liet aan
- liet aan
- liet aan
- lieten aan
- lieten aan
- lieten aan
O.v.t. (Past)
- zal aanlaten
- zult aanlaten
- zal aanlaten
- zult aanlaten
- zult aanlaten
- zullen aanlaten
- zullen aanlaten
O.t.t.t. (Future)
- had aangelaten
- had aangelaten
- had aangelaten
- had aangelaten
- hadden aangelaten
- hadden aangelaten
- hadden aangelaten
O.v.t.t. (Condicional)
- heb aangelaten
- hebt aangelaten
- heeft aangelaten
- hebt aangelaten
- hebben aangelaten
- hebben aangelaten
- hebben aangelaten
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal aangelaten hebben
- zult aangelaten hebben
- zal aangelaten hebben
- zult aangelaten hebben
- zult aangelaten hebben
- zullen aangelaten hebben
- zullen aangelaten hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou aangelaten hebben
- zou aangelaten hebben
- zou aangelaten hebben
- zou aangelaten hebben
- zouden aangelaten hebben
- zouden aangelaten hebben
- zouden aangelaten hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)