INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- heelde aan
- heelde aan
- heelde aan
- heelde aan
- heelden aan
- heelden aan
- heelden aan
O.v.t. (Past)
- zal aanhelen
- zult aanhelen
- zal aanhelen
- zult aanhelen
- zult aanhelen
- zullen aanhelen
- zullen aanhelen
O.t.t.t. (Future)
- was aangeheeld
- was aangeheeld
- was aangeheeld
- was aangeheeld
- waren aangeheeld
- waren aangeheeld
- waren aangeheeld
O.v.t.t. (Condicional)
- ben aangeheeld
- bent aangeheeld
- is aangeheeld
- bent aangeheeld
- zijn aangeheeld
- zijn aangeheeld
- zijn aangeheeld
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal aangeheeld zijn
- zult aangeheeld zijn
- zal aangeheeld zijn
- zult aangeheeld zijn
- zult aangeheeld zijn
- zullen aangeheeld zijn
- zullen aangeheeld zijn
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou aangeheeld zijn
- zou aangeheeld zijn
- zou aangeheeld zijn
- zou aangeheeld zijn
- zouden aangeheeld zijn
- zouden aangeheeld zijn
- zouden aangeheeld zijn
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)