INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- spioneerde af
- spioneerde af
- spioneerde af
- spioneerde af
- spioneerden af
- spioneerden af
- spioneerden af
O.v.t. (Past)
- zal afspioneren
- zult afspioneren
- zal afspioneren
- zult afspioneren
- zult afspioneren
- zullen afspioneren
- zullen afspioneren
O.t.t.t. (Future)
- had afgespioneerd
- had afgespioneerd
- had afgespioneerd
- had afgespioneerd
- hadden afgespioneerd
- hadden afgespioneerd
- hadden afgespioneerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb afgespioneerd
- hebt afgespioneerd
- heeft afgespioneerd
- hebt afgespioneerd
- hebben afgespioneerd
- hebben afgespioneerd
- hebben afgespioneerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal afgespioneerd hebben
- zult afgespioneerd hebben
- zal afgespioneerd hebben
- zult afgespioneerd hebben
- zult afgespioneerd hebben
- zullen afgespioneerd hebben
- zullen afgespioneerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou afgespioneerd hebben
- zou afgespioneerd hebben
- zou afgespioneerd hebben
- zou afgespioneerd hebben
- zouden afgespioneerd hebben
- zouden afgespioneerd hebben
- zouden afgespioneerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen afgespioneerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden afgespioneerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zullen afgespioneerd zijn
-
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zouden afgespioneerd zijn
-