INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- nummerde af
- nummerde af
- nummerde af
- nummerde af
- nummerden af
- nummerden af
- nummerden af
O.v.t. (Past)
- zal afnummeren
- zult afnummeren
- zal afnummeren
- zult afnummeren
- zult afnummeren
- zullen afnummeren
- zullen afnummeren
O.t.t.t. (Future)
- had afgenummerd
- had afgenummerd
- had afgenummerd
- had afgenummerd
- hadden afgenummerd
- hadden afgenummerd
- hadden afgenummerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb afgenummerd
- hebt afgenummerd
- heeft afgenummerd
- hebt afgenummerd
- hebben afgenummerd
- hebben afgenummerd
- hebben afgenummerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal afgenummerd hebben
- zult afgenummerd hebben
- zal afgenummerd hebben
- zult afgenummerd hebben
- zult afgenummerd hebben
- zullen afgenummerd hebben
- zullen afgenummerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou afgenummerd hebben
- zou afgenummerd hebben
- zou afgenummerd hebben
- zou afgenummerd hebben
- zouden afgenummerd hebben
- zouden afgenummerd hebben
- zouden afgenummerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen afgenummerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden afgenummerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)