INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- annexeerde
- annexeerde
- annexeerde
- annexeerde
- annexeerden
- annexeerden
- annexeerden
O.v.t. (Past)
- zal annexeren
- zult annexeren
- zal annexeren
- zult annexeren
- zult annexeren
- zullen annexeren
- zullen annexeren
O.t.t.t. (Future)
- had geannexeerd
- *
- *
- had geannexeerd
- had geannexeerd
- had geannexeerd
- hadden geannexeerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb geannexeerd
- hebt geannexeerd
- heeft geannexeerd
- hebt geannexeerd
- hebben geannexeerd
- hebben geannexeerd
- hebben geannexeerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal geannexeerd hebben
- zult geannexeerd hebben
- zal geannexeerd hebben
- zult geannexeerd hebben
- zult geannexeerd hebben
- zullen geannexeerd hebben
- zullen geannexeerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou geannexeerd hebben
- zou geannexeerd hebben
- zou geannexeerd hebben
- zou geannexeerd hebben
- zouden geannexeerd hebben
- zouden geannexeerd hebben
- zouden geannexeerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t. (Present)
- worden geannexeerd hebben
-
O.v.t. (Past)
- worden geannexeerd hebben
-
O.t.t.t. (Future)
- zullen geannexeerd hebben worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden geannexeerd hebben worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zullen geannexeerd hebben zijn
-
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zouden geannexeerd hebben zijn
-