NL.png animeren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • animeren

O.t.t. (Present)

  • animeerde
  • animeerde
  • animeerde
  • animeerde
  • animeerden
  • animeerden
  • animeerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal animeren
  • zult animeren
  • zal animeren
  • zult animeren
  • zult animeren
  • zullen animeren
  • zullen animeren

O.t.t.t. (Future)

  • had geanimeerd
  • had geanimeerd
  • had geanimeerd
  • had geanimeerd
  • hadden geanimeerd
  • hadden geanimeerd
  • hadden geanimeerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb geanimeerd
  • hebt geanimeerd
  • heeft geanimeerd
  • hebt geanimeerd
  • hebben geanimeerd
  • hebben geanimeerd
  • hebben geanimeerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal geanimeerd hebben
  • zult geanimeerd hebben
  • zal geanimeerd hebben
  • zult geanimeerd hebben
  • zult geanimeerd hebben
  • zullen geanimeerd hebben
  • zullen geanimeerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou geanimeerd hebben
  • zou geanimeerd hebben
  • zou geanimeerd hebben
  • zou geanimeerd hebben
  • zouden geanimeerd hebben
  • zouden geanimeerd hebben
  • zouden geanimeerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden geanimeerd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden geanimeerd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen geanimeerd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden geanimeerd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn geanimeerd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was geanimeerd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen geanimeerd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden geanimeerd zijn
  •