INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- agacerde
- agacerde
- agacerde
- agacerde
- agaceerden
- agaceerden
- agaceerden
O.v.t. (Past)
- zal agaceren
- zult agaceren
- zal agaceren
- zult agaceren
- zult agaceren
- zullen agaceren
- zullen agaceren
O.t.t.t. (Future)
- had geagaceerd
- had geagaceerd
- had geagaceerd
- had geagaceerd
- hadden geagaceerd
- hadden geagaceerd
- hadden geagaceerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb geagaceerd
- hebt geagaceerd
- heeft geagaceerd
- hebt geagaceerd
- hebben geagaceerd
- hebben geagaceerd
- hebben geagaceerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal geagaceerd hebben
- zult geagaceerd hebben
- zal geagaceerd hebben
- zult geagaceerd hebben
- zult geagaceerd hebben
- zullen geagaceerd hebben
- zullen geagaceerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou geagaceerd hebben
- zou geagaceerd hebben
- zou geagaceerd hebben
- zou geagaceerd hebben
- zouden geagaceerd hebben
- zouden geagaceerd hebben
- zouden geagaceerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)