INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- dronk af
- dronk af
- dronk af
- dronk af
- dronken af
- dronken af
- dronken af
O.v.t. (Past)
- zal afdrinken
- zult afdrinken
- zal afdrinken
- zult afdrinken
- zult afdrinken
- zullen afdrinken
- zullen afdrinken
O.t.t.t. (Future)
- had afgedronken
- had afgedronken
- had afgedronken
- had afgedronken
- hadden afgedronken
- hadden afgedronken
- hadden afgedronken
O.v.t.t. (Condicional)
- heb afgedronken
- hebt afgedronken
- heeft afgedronken
- hebt afgedronken
- hebben afgedronken
- hebben afgedronken
- hebben afgedronken
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal afgedronken hebben
- zult afgedronken hebben
- zal afgedronken hebben
- zult afgedronken hebben
- zult afgedronken hebben
- zullen afgedronken hebben
- zullen afgedronken hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou afgedronken hebben
- zou afgedronken hebben
- zou afgedronken hebben
- zou afgedronken hebben
- zouden afgedronken hebben
- zouden afgedronken hebben
- zouden afgedronken hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen afgedronken worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden afgedronken worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)