INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- adstrueerde
- adstrueerde
- adstrueerde
- adstrueerde
- adstrueerden
- adstrueerden
- adstrueerden
O.v.t. (Past)
- zal adstrueren
- zult adstrueren
- zal adstrueren
- zult adstrueren
- zult adstrueren
- zullen adstrueren
- zullen adstrueren
O.t.t.t. (Future)
- had geadstrueerd
- had geadstrueerd
- had geadstrueerd
- had geadstrueerd
- hadden geadstrueerd
- hadden geadstrueerd
- hadden geadstrueerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb geadstrueerd
- hebt geadstrueerd
- heeft geadstrueerd
- hebt geadstrueerd
- hebben geadstrueerd
- hebben geadstrueerd
- hebben geadstrueerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal geadstrueerd hebben
- zult geadstrueerd hebben
- zal geadstrueerd hebben
- zult geadstrueerd hebben
- zult geadstrueerd hebben
- zullen geadstrueerd hebben
- zullen geadstrueerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou geadstrueerd hebben
- zou geadstrueerd hebben
- zou geadstrueerd hebben
- zou geadstrueerd hebben
- zouden geadstrueerd hebben
- zouden geadstrueerd hebben
- zouden geadstrueerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen geadstrueerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden geadstrueerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)