INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- adopteerde
- adopteerde
- adopteerde
- adopteerde
- adopteerden
- adopteerden
- adopteerden
O.v.t. (Past)
- zal adopteren
- zult adopteren
- zal adopteren
- zult adopteren
- zult adopteren
- zullen adopteren
- zullen adopteren
O.t.t.t. (Future)
- had geadopteerd
- had geadopteerd
- had geadopteerd
- had geadopteerd
- hadden geadopteerd
- hadden geadopteerd
- hadden geadopteerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb geadopteerd
- hebt geadopteerd
- heeft geadopteerd
- hebt geadopteerd
- hebben geadopteerd
- hebben geadopteerd
- hebben geadopteerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal geadopteerd hebben
- zult geadopteerd hebben
- zal geadopteerd hebben
- zult geadopteerd hebben
- zult geadopteerd hebben
- zullen geadopteerd hebben
- zullen geadopteerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou geadopteerd hebben
- zou geadopteerd hebben
- zou geadopteerd hebben
- zou geadopteerd hebben
- zouden geadopteerd hebben
- zouden geadopteerd hebben
- zouden geadopteerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen geadopteerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden geadopteerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)