NL.png administreren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • administreren

O.t.t. (Present)

  • administreerde
  • administreerde
  • administreerde
  • administreerde
  • administreerden
  • administreerden
  • administreerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal administreren
  • zult administreren
  • zal administreren
  • zult administreren
  • zult administreren
  • zullen administreren
  • zullen administreren

O.t.t.t. (Future)

  • had geadministreerd
  • had geadministreerd
  • had geadministreerd
  • had geadministreerd
  • hadden geadministreerd
  • hadden geadministreerd
  • hadden geadministreerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb geadministreerd
  • hebt geadministreerd
  • heeft geadministreerd
  • hebt geadministreerd
  • hebben geadministreerd
  • hebben geadministreerd
  • hebben geadministreerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal geadministreerd hebben
  • zult geadministreerd hebben
  • zal geadministreerd hebben
  • zult geadministreerd hebben
  • zult geadministreerd hebben
  • zullen geadministreerd hebben
  • zullen geadministreerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou geadministreerd hebben
  • zou geadministreerd hebben
  • zou geadministreerd hebben
  • zou geadministreerd hebben
  • zouden geadministreerd hebben
  • zouden geadministreerd hebben
  • zouden geadministreerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden geadministreerd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden geadministreerd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen geadministreerd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden geadministreerd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn geadministreerd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was geadministreerd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen geadministreerd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden geadministreerd zijn
  •