INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- adjungeerde
- adjungeerde
- adjungeerde
- adjungeerde
- adjungeerden
- adjungeerden
- adjungeerden
O.v.t. (Past)
- zal adjungeren
- zult adjungeren
- zal adjungeren
- zult adjungeren
- zult adjungeren
- zullen adjungeren
- zullen adjungeren
O.t.t.t. (Future)
- had geadjungeerd
- had geadjungeerd
- had geadjungeerd
- had geadjungeerd
- hadden geadjungeerd
- hadden geadjungeerd
- hadden geadjungeerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb geadjungeerd
- hebt geadjungeerd
- heeft geadjungeerd
- hebt geadjungeerd
- hebben geadjungeerd
- hebben geadjungeerd
- hebben geadjungeerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal geadjungeerd hebben
- zult geadjungeerd hebben
- zal geadjungeerd hebben
- zult geadjungeerd hebben
- zult geadjungeerd hebben
- zullen geadjungeerd hebben
- zullen geadjungeerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou geadjungeerd hebben
- zou geadjungeerd hebben
- zou geadjungeerd hebben
- zou geadjungeerd hebben
- zouden geadjungeerd hebben
- zouden geadjungeerd hebben
- zouden geadjungeerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen geadjungeerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden geadjungeerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)