NL.png activeren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • activeren

O.t.t. (Present)

  • activeerde
  • activeerde
  • activeerde
  • activeerde
  • activeerden
  • activeerden
  • activeerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal activeren
  • zult activeren
  • zal activeren
  • zult activeren
  • zult activeren
  • zullen activeren
  • zullen activeren

O.t.t.t. (Future)

  • had geactiveerd
  • had geactiveerd
  • had geactiveerd
  • had geactiveerd
  • hadden geactiveerd
  • hadden geactiveerd
  • hadden geactiveerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb geactiveerd
  • hebt geactiveerd
  • heeft geactiveerd
  • hebt geactiveerd
  • hebben geactiveerd
  • hebben geactiveerd
  • hebben geactiveerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal geactiveerd hebben
  • zult geactiveerd hebben
  • zal geactiveerd hebben
  • zult geactiveerd hebben
  • zult geactiveerd hebben
  • zullen geactiveerd hebben
  • zullen geactiveerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou geactiveerd hebben
  • zou geactiveerd hebben
  • zou geactiveerd hebben
  • zou geactiveerd hebben
  • zouden geactiveerd hebben
  • zouden geactiveerd hebben
  • zouden geactiveerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden geactiveerd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden geactiveerd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen geactiveerd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden geactiveerd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn geactiveerd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was geactiveerd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen geactiveerd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden geactiveerd zijn
  •