INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- zeilde
- zeilde
- zeilde
- zeilde
- zeilden
- zeilden
- zeilden
O.v.t. (Past)
- zal zeilen
- zult zeilen
- zal zeilen
- zult zeilen
- zult zeilen
- zullen zeilen
- zullen zeilen
O.t.t.t. (Future)
- had gezeild
- had gezeild
- had gezeild
- had gezeild
- hadden gezeild
- hadden gezeild
- hadden gezeild
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gezeild
- hebt gezeild
- heeft gezeild
- hebt gezeild
- hebben gezeild
- hebben gezeild
- hebben gezeild
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gezeild hebben
- zult gezeild hebben
- zal gezeild hebben
- zult gezeild hebben
- zult gezeild hebben
- zullen gezeild hebben
- zullen gezeild hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gezeild hebben
- zou gezeild hebben
- zou gezeild hebben
- zou gezeild hebben
- zouden gezeild hebben
- zouden gezeild hebben
- zouden gezeild hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)