INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- vrat
- vrat
- vrat
- vrat
- vraten
- vraten
- vraten
O.v.t. (Past)
- zal vreten
- zult vreten
- zal vreten
- zult vreten
- zult vreten
- zullen vreten
- zullen vreten
O.t.t.t. (Future)
- had gevreten
- had gevreten
- had gevreten
- had gevreten
- hadden gevreten
- hadden gevreten
- hadden gevreten
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gevreten
- hebt gevreten
- heeft gevreten
- hebt gevreten
- hebben gevreten
- hebben gevreten
- hebben gevreten
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gevreten hebben
- zult gevreten hebben
- zal gevreten hebben
- zult gevreten hebben
- zult gevreten hebben
- zullen gevreten hebben
- zullen gevreten hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gevreten hebben
- zou gevreten hebben
- zou gevreten hebben
- zou gevreten hebben
- zouden gevreten hebben
- zouden gevreten hebben
- zouden gevreten hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)