NL.png vreten

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • vreten

O.t.t. (Present)

  • vrat
  • vrat
  • vrat
  • vrat
  • vraten
  • vraten
  • vraten
 

O.v.t. (Past)

  • zal vreten
  • zult vreten
  • zal vreten
  • zult vreten
  • zult vreten
  • zullen vreten
  • zullen vreten

O.t.t.t. (Future)

  • had gevreten
  • had gevreten
  • had gevreten
  • had gevreten
  • hadden gevreten
  • hadden gevreten
  • hadden gevreten
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb gevreten
  • hebt gevreten
  • heeft gevreten
  • hebt gevreten
  • hebben gevreten
  • hebben gevreten
  • hebben gevreten

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal gevreten hebben
  • zult gevreten hebben
  • zal gevreten hebben
  • zult gevreten hebben
  • zult gevreten hebben
  • zullen gevreten hebben
  • zullen gevreten hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou gevreten hebben
  • zou gevreten hebben
  • zou gevreten hebben
  • zou gevreten hebben
  • zouden gevreten hebben
  • zouden gevreten hebben
  • zouden gevreten hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden gevreten
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden gevreten
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen gevreten worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden gevreten worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn gevreten
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was gevreten
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen gevreten zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden gevreten zijn
  •