NL.png verzorgen

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • verzorgen

O.t.t. (Present)

  • verzorgde
  • verzorgde
  • verzorgde
  • verzorgde
  • verzorgden
  • verzorgden
  • verzorgden
 

O.v.t. (Past)

  • zal verzorgen
  • zult verzorgen
  • zal verzorgen
  • zult verzorgen
  • zult verzorgen
  • zullen verzorgen
  • zullen verzorgen

O.t.t.t. (Future)

  • had verzorgd
  • had verzorgd
  • had verzorgd
  • had verzorgd
  • hadden verzorgd
  • hadden verzorgd
  • hadden verzorgd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb verzorgd
  • hebt verzorgd
  • heeft verzorgd
  • hebt verzorgd
  • hebben verzorgd
  • hebben verzorgd
  • hebben verzorgd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal verzorgd hebben
  • zult verzorgd hebben
  • zal verzorgd hebben
  • zult verzorgd hebben
  • zult verzorgd hebben
  • zullen verzorgd hebben
  • zullen verzorgd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou verzorgd hebben
  • zou verzorgd hebben
  • zou verzorgd hebben
  • zou verzorgd hebben
  • zouden verzorgd hebben
  • zouden verzorgd hebben
  • zouden verzorgd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden verzorgd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden verzorgd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen verzorgd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden verzorgd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn verzorgd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was verzorgd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen verzorgd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden verzorgd zijn
  •