INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- vernielde
- vernielde
- vernielde
- vernielde
- vernielden
- vernielden
- vernielden
O.v.t. (Past)
- zal vernielen
- zult vernielen
- zal vernielen
- zult vernielen
- zult vernielen
- zullen vernielen
- zullen vernielen
O.t.t.t. (Future)
- had vernield
- had vernield
- had vernield
- had vernield
- hadden vernield
- hadden vernield
- hadden vernield
O.v.t.t. (Condicional)
- heb vernield
- hebt vernield
- heeft vernield
- hebt vernield
- hebben vernield
- hebben vernield
- hebben vernield
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal vernield hebben
- zult vernield hebben
- zal vernield hebben
- zult vernield hebben
- zult vernield hebben
- zullen vernield hebben
- zullen vernield hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou vernield hebben
- zou vernield hebben
- zou vernield hebben
- zou vernield hebben
- zouden vernield hebben
- zouden vernield hebben
- zouden vernield hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)