NL.png verlaten

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • verlaten

O.t.t. (Present)

  • verliet
  • verliet
  • verliet
  • verliet
  • verlieten
  • verlieten
  • verlieten
 

O.v.t. (Past)

  • zal verlaten
  • zult verlaten
  • zal verlaten
  • zult verlaten
  • zult verlaten
  • zullen verlaten
  • zullen verlaten

O.t.t.t. (Future)

  • had verlaten
  • had verlaten
  • had verlaten
  • had verlaten
  • hadden verlaten
  • hadden verlaten
  • hadden verlaten
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb verlaten
  • hebt verlaten
  • heeft verlaten
  • hebt verlaten
  • hebben verlaten
  • hebben verlaten
  • hebben verlaten

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal verlaten hebben
  • zult verlaten hebben
  • zal verlaten hebben
  • zult verlaten hebben
  • zult verlaten hebben
  • zullen verlaten hebben
  • zullen verlaten hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou verlaten hebben
  • zou verlaten hebben
  • zou verlaten hebben
  • zou verlaten hebben
  • zouden verlaten hebben
  • zouden verlaten hebben
  • zouden verlaten hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden verlaten
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden verlaten
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen verlaten worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden verlaten worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn verlaten
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was verlaten
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen verlaten zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden verlaten zijn
  •