INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- verjoeg
- verjoeg
- verjoeg
- verjoeg
- verjoeg
- verjoeg
- verjoeg
O.v.t. (Past)
- zal verjagen
- zult verjagen
- zal verjagen
- zult verjagen
- zult verjagen
- zullen verjagen
- zullen verjagen
O.t.t.t. (Future)
- had verjaagd
- had verjaagd
- had verjaagd
- had verjaagd
- hadden verjaagd
- hadden verjaagd
- hadden verjaagd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb verjaagd
- hebt verjaagd
- heeft verjaagd
- hebt verjaagd
- hebben verjaagd
- hebben verjaagd
- hebben verjaagd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal verjaagd hebben
- zult verjaagd hebben
- zal verjaagd hebben
- zult verjaagd hebben
- zult verjaagd hebben
- zullen verjaagd hebben
- zullen verjaagd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou verjaagd hebben
- zou verjaagd hebben
- zou verjaagd hebben
- zou verjaagd hebben
- zouden verjaagd hebben
- zouden verjaagd hebben
- zouden verjaagd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)