INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- vergrootte
- vergrootte
- vergrootte
- vergrootte
- vergrootten
- vergrootten
- vergrootten
O.v.t. (Past)
- zal vergroten
- zult vergroten
- zal vergroten
- zult vergroten
- zult vergroten
- zullen vergroten
- zullen vergroten
O.t.t.t. (Future)
- had vergroot
- had vergroot
- had vergroot
- had vergroot
- hadden vergroot
- hadden vergroot
- hadden vergroot
O.v.t.t. (Condicional)
- heb vergroot
- hebt vergroot
- heeft vergroot
- hebt vergroot
- hebben vergroot
- hebben vergroot
- hebben vergroot
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal vergroot hebben
- zult vergroot hebben
- zal vergroot hebben
- zult vergroot hebben
- zult vergroot hebben
- zullen vergroot hebben
- zullen vergroot hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou vergroot hebben
- zou vergroot hebben
- zou vergroot hebben
- zou vergroot hebben
- zouden vergroot hebben
- zouden vergroot hebben
- zouden vergroot hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)