INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- vergaderde
- vergaderde
- vergaderde
- vergaderde
- vergaderden
- vergaderden
- vergaderden
O.v.t. (Past)
- zal vergaderen
- zult vergaderen
- zal vergaderen
- zult vergaderen
- zult vergaderen
- zullen vergaderen
- zullen vergaderen
O.t.t.t. (Future)
- had vergaderd
- had vergaderd
- had vergaderd
- had vergaderd
- hadden vergaderd
- hadden vergaderd
- hadden vergaderd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb vergaderd
- hebt vergaderd
- heeft vergaderd
- hebt vergaderd
- hebben vergaderd
- hebben vergaderd
- hebben vergaderd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal vergaderd hebben
- zult vergaderd hebben
- zal vergaderd hebben
- zult vergaderd hebben
- zult vergaderd hebben
- zullen vergaderd hebben
- zullen vergaderd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou vergaderd hebben
- zou vergaderd hebben
- zou vergaderd hebben
- zou vergaderd hebben
- zouden vergaderd hebben
- zouden vergaderd hebben
- zouden vergaderd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)