INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- verantwoordde
- verantwoordde
- verantwoordde
- verantwoordde
- verantwoordden
- verantwoordden
- verantwoordden
O.v.t. (Past)
- zal verantwoorden
- zult verantwoorden
- zal verantwoorden
- zult verantwoorden
- zult verantwoorden
- zullen verantwoorden
- zullen verantwoorden
O.t.t.t. (Future)
- had verantwoord
- had verantwoord
- had verantwoord
- had verantwoord
- hadden verantwoord
- hadden verantwoord
- hadden verantwoord
O.v.t.t. (Condicional)
- heb verantwoord
- hebt verantwoord
- heeft verantwoord
- hebt verantwoord
- hebben verantwoord
- hebben verantwoord
- hebben verantwoord
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal verantwoord hebben
- zult verantwoord hebben
- zal verantwoord hebben
- zult verantwoord hebben
- zult verantwoord hebben
- zullen verantwoord hebben
- zullen verantwoord hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou verantwoord hebben
- zou verantwoord hebben
- zou verantwoord hebben
- zou verantwoord hebben
- zouden verantwoord hebben
- zouden verantwoord hebben
- zouden verantwoord hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen verantwoord worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden verantwoord worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)