NL.png toveren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • toveren

O.t.t. (Present)

  • toverde
  • toverde
  • toverde
  • toverde
  • toverden
  • toverden
  • toverden
 

O.v.t. (Past)

  • zal toveren
  • zult toveren
  • zal toveren
  • zult toveren
  • zult toveren
  • zullen toveren
  • zullen toveren

O.t.t.t. (Future)

  • had getoverd
  • had getoverd
  • had getoverd
  • had getoverd
  • hadden getoverd
  • hadden getoverd
  • hadden getoverd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb getoverd
  • hebt getoverd
  • heeft getoverd
  • hebt getoverd
  • hebben getoverd
  • hebben getoverd
  • hebben getoverd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal getoverd hebben
  • zult getoverd hebben
  • zal getoverd hebben
  • zult getoverd hebben
  • zult getoverd hebben
  • zullen getoverd hebben
  • zullen getoverd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou getoverd hebben
  • zou getoverd hebben
  • zou getoverd hebben
  • zou getoverd hebben
  • zouden getoverd hebben
  • zouden getoverd hebben
  • zouden getoverd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden getoverd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden getoverd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen getoverd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden getoverd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn getoverd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was getoverd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen getoverd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden getoverd zijn
  •