INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- tastte
- tastte
- tastte
- tastte
- tastten
- tastten
- tastten
O.v.t. (Past)
- zal tasten
- zult tasten
- zal tasten
- zult tasten
- zult tasten
- zullen tasten
- zullen tasten
O.t.t.t. (Future)
- had getast
- had getast
- had getast
- had getast
- hadden getast
- hadden getast
- hadden getast
O.v.t.t. (Condicional)
- heb getast
- hebt getast
- heeft getast
- hebt getast
- hebben getast
- hebben getast
- hebben getast
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal getast hebben
- zult getast hebben
- zal getast hebben
- zult getast hebben
- zult getast hebben
- zullen getast hebben
- zullen getast hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou getast hebben
- zou getast hebben
- zou getast hebben
- zou getast hebben
- zouden getast hebben
- zouden getast hebben
- zouden getast hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)