INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- smeedde
- smeedde
- smeedde
- smeedde
- smeedden
- smeedden
- smeedden
O.v.t. (Past)
- zal smeden
- zult smeden
- zal smeden
- zult smeden
- zult smeden
- zullen smeden
- zullen smeden
O.t.t.t. (Future)
- had gesmeed
- had gesmeed
- had gesmeed
- had gesmeed
- hadden gesmeed
- hadden gesmeed
- hadden gesmeed
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gesmeed
- hebt gesmeed
- heeft gesmeed
- hebt gesmeed
- hebben gesmeed
- hebben gesmeed
- hebben gesmeed
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gesmeed hebben
- zult gesmeed hebben
- zal gesmeed hebben
- zult gesmeed hebben
- zult gesmeed hebben
- zullen gesmeed hebben
- zullen gesmeed hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gesmeed hebben
- zou gesmeed hebben
- zou gesmeed hebben
- zou gesmeed hebben
- zouden gesmeed hebben
- zouden gesmeed hebben
- zouden gesmeed hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)