INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- dwaalde
- dwaalde
- dwaalde
- dwaalde
- dwaalden
- dwaalden
- dwaalden
O.v.t. (Past)
- zal dwalen
- zult dwalen
- zal dwalen
- zult dwalen
- zult dwalen
- zullen dwalen
- zullen dwalen
O.t.t.t. (Future)
- had gedwaald
- had gedwaald
- had gedwaald
- had gedwaald
- hadden gedwaald
- hadden gedwaald
- hadden gedwaald
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gedwaald
- hebt gedwaald
- heeft gedwaald
- hebt gedwaald
- hebben gedwaald
- hebben gedwaald
- hebben gedwaald
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gedwaald hebben
- zult gedwaald hebben
- zal gedwaald hebben
- zult gedwaald hebben
- zult gedwaald hebben
- zullen gedwaald hebben
- zullen gedwaald hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gedwaald hebben
- zou gedwaald hebben
- zou gedwaald hebben
- zou gedwaald hebben
- zouden gedwaald hebben
- zouden gedwaald hebben
- zouden gedwaald hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)