INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- corrigeerde
- corrigeerde
- corrigeerde
- corrigeerde
- corrigeerden
- corrigeerden
- corrigeerden
O.v.t. (Past)
- zal corrigeren
- zult corrigeren
- zal corrigeren
- zult corrigeren
- zult corrigeren
- zullen corrigeren
- zullen corrigeren
O.t.t.t. (Future)
- had gecorrigeerd
- had gecorrigeerd
- had gecorrigeerd
- had gecorrigeerd
- hadden gecorrigeerd
- hadden gecorrigeerd
- hadden gecorrigeerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gecorrigeerd
- hebt gecorrigeerd
- heeft gecorrigeerd
- hebt gecorrigeerd
- hebben gecorrigeerd
- hebben gecorrigeerd
- hebben gecorrigeerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gecorrigeerd hebben
- zult gecorrigeerd hebben
- zal gecorrigeerd hebben
- zult gecorrigeerd hebben
- zult gecorrigeerd hebben
- zullen gecorrigeerd hebben
- zullen gecorrigeerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gecorrigeerd hebben
- zou gecorrigeerd hebben
- zou gecorrigeerd hebben
- zou gecorrigeerd hebben
- zouden gecorrigeerd hebben
- zouden gecorrigeerd hebben
- zouden gecorrigeerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gecorrigeerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gecorrigeerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)