INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- componeerde
- componeerde
- componeerde
- componeerde
- componeerden
- componeerden
- componeerden
O.v.t. (Past)
- zal componeren
- zult componeren
- zal componeren
- zult componeren
- zult componeren
- zullen componeren
- zullen componeren
O.t.t.t. (Future)
- had gecomponeerd
- had gecomponeerd
- had gecomponeerd
- had gecomponeerd
- hadden gecomponeerd
- hadden gecomponeerd
- hadden gecomponeerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gecomponeerd
- hebt gecomponeerd
- heeft gecomponeerd
- hebt gecomponeerd
- hebben gecomponeerd
- hebben gecomponeerd
- hebben gecomponeerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gecomponeerd hebben
- zult gecomponeerd hebben
- zal gecomponeerd hebben
- zult gecomponeerd hebben
- zult gecomponeerd hebben
- zullen gecomponeerd hebben
- zullen gecomponeerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gecomponeerd hebben
- zou gecomponeerd hebben
- zou gecomponeerd hebben
- zou gecomponeerd hebben
- zouden gecomponeerd hebben
- zouden gecomponeerd hebben
- zouden gecomponeerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gecomponeerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gecomponeerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)