NL.png begraven

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • begraven

O.t.t. (Present)

  • begroef
  • begroef
  • begroef
  • begroef
  • begroeven
  • begroeven
  • begroeven
 

O.v.t. (Past)

  • zal begraven
  • zult begraven
  • zal begraven
  • zult begraven
  • zult begraven
  • zullen begraven
  • zullen begraven

O.t.t.t. (Future)

  • had begraven
  • had begraven
  • had begraven
  • had begraven
  • hadden begraven
  • hadden begraven
  • hadden begraven
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb begraven
  • hebt begraven
  • heeft begraven
  • hebt begraven
  • hebben begraven
  • hebben begraven
  • hebben begraven

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal begraven hebben
  • zult begraven hebben
  • zal begraven hebben
  • zult begraven hebben
  • zult begraven hebben
  • zullen begraven hebben
  • zullen begraven hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou begraven hebben
  • zou begraven hebben
  • zou begraven hebben
  • zou begraven hebben
  • zouden begraven hebben
  • zouden begraven hebben
  • zouden begraven hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden begraven
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden begraven
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen begraven worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden begraven worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn begraven
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was begraven
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen begraven zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden begraven zijn
  •