INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- wendde aan
- wendde aan
- wendde aan
- wendde aan
- wendden aan
- wendden aan
- wendden aan
O.v.t. (Past)
- zal aanwenden
- zult aanwenden
- zal aanwenden
- zult aanwenden
- zult aanwenden
- zullen aanwenden
- zullen aanwenden
O.t.t.t. (Future)
- had aangewend
- had aangewend
- had aangewend
- had aangewend
- hadden aangewend
- hadden aangewend
- hadden aangewend
O.v.t.t. (Condicional)
- heb aangewend
- hebt aangewend
- heeft aangewend
- hebt aangewend
- hebben aangewend
- hebben aangewend
- hebben aangewend
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal aangewend hebben
- zult aangewend hebben
- zal aangewend hebben
- zult aangewend hebben
- zult aangewend hebben
- zullen aangewend hebben
- zullen aangewend hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou aangewend hebben
- zou aangewend hebben
- zou aangewend hebben
- zou aangewend hebben
- zouden aangewend hebben
- zouden aangewend hebben
- zouden aangewend hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)