INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- besteedde
- besteedde
- besteedde
- besteedde
- besteedden
- besteedden
- besteedden
O.v.t. (Past)
- zal besteden
- zult besteden
- zal besteden
- zult besteden
- zult besteden
- zullen besteden
- zullen besteden
O.t.t.t. (Future)
- had besteed
- had besteed
- had besteed
- had besteed
- hadden besteed
- hadden besteed
- hadden besteed
O.v.t.t. (Condicional)
- heb besteed
- hebt besteed
- heeft besteed
- hebt besteed
- hebben besteed
- hebben besteed
- hebben besteed
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal besteed hebben
- zult besteed hebben
- zal besteed hebben
- zult besteed hebben
- zult besteed hebben
- zullen besteed hebben
- zullen besteed hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou besteed hebben
- zou besteed hebben
- zou besteed hebben
- zou besteed hebben
- zouden besteed hebben
- zouden besteed hebben
- zouden besteed hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)